Ontdek de geheimen van een eeuwenoud landschap
Misschien realiseren zich maar weinig mensen dat je in de Lagewaardse polder met je voeten in de middeleeuwse klei staat. Hier lag het graafschap Holland waar Nederland ooit is begonnen. En laten we nu hier in het midden van dat graafschap staan. Een landschap met kastelen, moerassen, bossen, weinig mensen en erg veel ruimte waar we nu zo erg naar verlangen. Al voor de Romeinen die aan de andere kant van de Rijn de Limes, de grens van hun rijk, aanlegden, woonden hier in de IJzertijd mensen in zelfgebouwde boerderijen. Als voorlopers van de boerderijen die hier vanaf de zeventiende eeuw hebben gestaan. Een enkel boerenhoeve overleefde de moderne tijd en laat ons nu een spiegel van de veranderingen zien.
Wandelen door de Lagewaardse polder is als rondkijken in een prachtig museum waar van alles te ontdekken is. Als je goed oplet, ontdek je de loop van de Luttike Rijn, de kleine Rijn, als zijarm van de grote broer die hier tot de vijftiende eeuw haar water door het land stuwde. Water dat van de bewoners weg moest, want het was al moerassig genoeg. Land kon je gebruiken om gewassen te verbouwen en vee te houden. De Lagewaardse wetering werd gegraven, omdat de Luttike Rijn haar werk onvoldoende deed. En als je de Lagewaardse polder droog wilde houden, had je een flinke wetering naar de grote Rijn nodig. De molens in het gebied, de Hondsdijkse molen en de Lagewaardse molen, hielpen om de voeten van de polder vanaf de vijftiende eeuw droog te houden. De boeren waren daar maar wat blij mee, maar niet alleen zij.
Droog land betekende ook voor de bazen van het gebied geld en macht en in hun ogen dus vooruitgang. De familie Van Poelgeest was de baas in de Heerlijkheid Poelgeest en Koudekerk en zelfs nog even in de Heerlijkheid Hoogmade. Hun aanzien vinden we terug in de kastelen Groot Poelgeest en Klein Poelgeest, maar in die van De Toll en Foreest, want daar zaten families die hielpen bij het gezag in de heerlijkheid. Tot het einde van de zeventiende eeuw was duidelijk wie de baas waren in de heerlijkheid. Meestal betekende dat rust, maar er waren ook oorlogen, zoals de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Kastelen verloren echter langzamerhand hun functie en gewone huizen en boerderijen voerden de boventoon met belangrijke families.
Aan de Lagewaard bouwde men boerderijen met prachtige namen als ’s Lands Welvaren, Ken U Zelven, Hoop vleit Den Landman, Margaretha Bouwina, Vredeslust, Maria’s Genoegen en Hoogkamer. De oudste boerderij op Landlustweg 12 werd gezien de gevelsteen gebouwd in 1620. Vanaf het lint is er ten noorden daarvan een weids zicht over de Lagewaardse polder en polder Gnephoek. Van de polders kun je de cultuurhistorie van het landschap aflezen. Kenmerkend voor het laaggelegen veenlandschap is de historische slagenstructuur van watergangen, weids uitzicht en molens. Wandelen en fietsen door dit gebied is een mooie stap terug in de tijd, maar tegelijk ook genieten van de producten die de natuur oplevert. Kaas natuurlijk, maar ook producten uit de boomgaard, moestuin en akker, zoals appels, stoofperen, noten, jam, sap en pompoenen.
Vanaf het fietspad op de Batelaan, Ruigekade en Mattenkade krijg je een goed overzicht over de polders ten noorden van de Rijn. Er valt echt veel te genieten van weidevogels en niet alleen maar van zwanen en ganzen. Denk aan grutto’s, maar ook aan zwarte ruiters, oeverlopers en watersnippen. In het vroege voorjaar zitten er soms grote groepen wulpen, terwijl er in de trektijd vaak grote groepen kieviten, goudplevieren, kramsvogels en koperwieken het gebied bezoeken. Ook kemphanen zijn dan nogal eens te zien. Een bijzondere broedvogel in het gebied is de zwarte stern.
In de Lagewaardse polder kun je zo echt je hart ophalen. Opvallend is toch midden in de Randstad met soms het geluid van weg- en vliegverkeer, de rust, de ruimte en de stilte van het gebied waar de meeste mensen zo naar verlangen. Het wonder van een gebied waar geheimen ontdekt kunnen worden als je er maar je best voor doet. Het weidse land nodigt je telkens uit. Een uitnodiging die je maar moeilijk kan afslaan!
Albert Dorrestein (Historisch Genootschap Koudekerk, dichter)